Tract-Finding Contentment (ESV) (verpakking van 25)

TEVREDENHEID.

Het is iets waar alle mensen naar verlangen, maar zelden vinden. Maar het feit dat we op zoek zijn naar tevredenheid is niet uniek of ongebruikelijk. We zijn geschapen om tevreden te zijn. C.S. Lewis merkte terecht op dat de aanwezigheid van een onbevredigd, onverminderd verlangen erop lijkt te wijzen dat we geschapen zijn om tevreden te zijn met iets uit een andere wereld. En de sleutel tot het ervaren van deze buitenaardse tevredenheid is leren waar het vandaan komt, waarom het ongrijpbaar is en hoe je het kunt bereiken.

WAAR KOMT TEVREDENHEID VANDAAN?

Elke poging om tevredenheid te begrijpen, moet bij God beginnen. Als het enige ongeschapen wezen is hij de enige die niet afhankelijk is van iemand of iets anders. En als zodanig is hij de enige die de bron kan zijn van ware en blijvende tevredenheid.

Stel je voor dat je terugreist naar het allereerste begin der tijden. Links van de woorden "in het begin" in Genesis 1:1 is er nog geen schepping – geen aarde en geen mensen, dieren, planten of oceanen om haar te vullen. We zien niets. Maar dat betekent niet dat er niets bestaat. We weten uit de Bijbel – zelfs uit de vroegste woorden van Genesis – dat God al bestond vóór de schepping en deze tot stand bracht door zijn soevereine wil (Genesis 1:1).

God heeft geen begin of einde en is onveranderlijk, zelfgenoegzaam, overvloeiend van zichzelf gevende liefde en onwrikbaar toegewijd aan zijn eigen glorie. Met andere woorden: we zouden kunnen zeggen dat God volmaakt tevreden is en altijd al is geweest met zichzelf.

Heb je God ooit als tevreden beschouwd? Het is cruciaal voor ons, in ons streven naar tevredenheid, dat we God in dit licht zien. De Bijbel portretteert Hem als zowel het object als het voorbeeld van tevredenheid. Hij is tevreden met zichzelf en Hij laat ons zien dat de enige manier om tevredenheid te vinden, in Hem is.

Toen God schiep, deed Hij dat niet uit gebrek, maar uit overvloed. Het was de overvloed van zijn liefde en toewijding aan zijn glorie die God ertoe aanzette te scheppen. Het hele universum is een door God geconstrueerd amfitheater om de voortdurende verkondiging van Gods glorie te huisvesten.

De hemelen verkondigen de glorie van God, en de hemel boven verkondigt het werk van zijn handen. Van dag tot dag wordt er gesproken, en van nacht tot nacht wordt kennis onthuld. (Psalm 19:1-2)

WAAROM IS TEVREDENHEID ZO ONVANGBAAR?

Aan het begin van de Bijbel, in Genesis, zien we dat God onze eerste ouders, Adam en Eva, schiep. Hij gaf hun een prachtige tuin, een prachtig leven samen en alle zegeningen die we maar kunnen bedenken. En hij gaf hun het gebod om van een bepaalde boom geen fruit te eten. In zekere zin zei hij: "Wees tevreden met mij, rust in mij, ik heb je alles gegeven; neem niets anders."

Maar natuurlijk zondigden ze. En die eerste zonde was een verklaring. Ze waardeerden wat God hun had gegeven en wilden meer.

Net als onze voorouders kiezen we ervoor om persoonlijke tevredenheid na te streven in wat God heeft gemaakt in plaats van in God zelf. Uiteindelijk is dit wat zonde is. We rebelleren tegen God door zijn schepping meer lief te hebben dan Hem. We verheffen zijn goede gaven tot een goddelijke status, terwijl we God degraderen tot een alledaags iets. We rennen terug naar de boom op zoek naar de toverdrank om onze ziel te vullen, onze verlangens te bevredigen, ons geweten te kalmeren, onze wonden te helen en ons leven betekenisvol te maken. Het heeft nooit gewerkt.

GOD IS ZOWEL HET OBJECT ALS HET MODEL VAN TEVREDENHEID

HOE VINDEN WE TEVREDENHEID?

Aan het begin van de Bijbel was de zonde die Adam en Eva begingen in de Hof van Eden een zonde van ontevredenheid. En in de rest van de Bijbel zie je God, in zijn verlossingswerk, zijn schepping terugbrengen tot Zichzelf. Hij brengt mensen zoals jij en ik terug door de openbaring van Gods Woord, en uiteindelijk komt Jezus terug om degenen te redden die hun geloof en vertrouwen in Hem hebben gesteld voor verlossing van de zonde. Hij brengt ons terug tot Zichzelf en zegt herhaaldelijk dat we alles in Hem moeten vinden, dat we tevreden in Hem moeten zijn.

Als u echter